Sleutelstukken in Bruggestraat 48, Harderwijk
(gedeelte uit de tekst over dit pand)
Verdiepingen
De beide verdiepingen zijn samen als één appartement in gebruik, verbonden via de trap
voor algemeen gebruik, in Bruggestraat 46. Opmerkelijk is dat de tweede verdieping zo
laag is dat een verplaatsing van de balklaag erboven of eronder een onontkoombare
conclusie is. De balklaag boven de eerste verdieping is niet in het zicht, die boven
de tweede verdieping vrijwel volledig. Het betreft een van oorsprong samengestelde
balklaag, vier vakken diep tot de brandmuur van het achterhuis, die enkelvoudig gemaakt
is met behulp van de toevoeging van tussenliggers. Per vak is er één tussenligger,
alleen het achterste vak heeft er twee. De strijkbalk tegen de voorgevel heeft rechts
(vanaf de Bruggestraat gezien) een peerkraalsleutelstuk: het enige element dat naar
een eventuele laat-middeleeuwse oorsprong van deze balklaag zou kunnen verwijzen.
De eerste moerbalk heeft links een sleutelstuk van het bijzondere type schuin met hol,
dat ook werd aangetroffen in Bruggestraat 44 en Grote Poortstraat 33: een grove
afschuining, evenwijdig doorboord met een bijna gesloten hol. De onderzijde heeft een
schubrandje, de bovenzijde een kort staand bandje. Zie voor deze sleutelstukken ook
bij Bruggestraat 44. De tussenliggers van het achterste vak hebben 17de-eeuwse
sleutelstukken: de voorste balk rechts (links ligt hij op een raamkozijn), de
achterste rechts en links. Het betreft een sierlijke ojief als hoofdvorm. De overige
balkeinden hebben of een vrij eenvoudige slof, of geen sleutelstuk, of de balk
verdwijnt in de omtimmering van het schoorsteenkanaal.